Koorts, illusie en gevaar in Urbicande

'De Duistere Steden', een serie strips van tekenaar François Schuiten en scenarist Benoît Peeters over moderne metropolen, metropolen die tegelijkertijd onwerkelijk en reëel - om niet zeggen surreëel - overkomen. Urbicande is zeker een duistere stad. Zo is het een volslagen raadsel waarom op een dag de kubus op het bureau van de ‘urbatect’ Eugen Robick uitgroeit tot een reusachtig, stadsomspannend roosterwerk.

Het stripverhaal gaat in de eerste plaats over Urbicande’s stadsbouwmeester (oftewel ‘urbatect’) Robick die het stadsbestuur tracht te winnen voor de realisatie van zijn stedenbouwkundige dromen. Hij heeft een groots, symmetrisch stadsontwerp gemaakt, maar vindt geen gehoor om de benodigde brugverbinding met het staddeel op de duistere noordoever te verwezenlijken. Het voortwoekerende roosterwerk maakt een definitief einde aan zijn plannen.

Urbicande is ook het realistisch, maar toch duister getekend verhaal van het door alles heen groeiende traliewerk dat voor de stedelingen onvermoede mogelijkheden blijkt te bieden. Uiteindelijk vormt het een superstructuur waarmee alsnog een verbinding over de rivier tussen beide stadsdelen tot stand komt. In de ogen van Robick een volstrekte chaos, maar in de ogen van ondernemers en bewoners een kans om nieuwe activiteiten te ontplooien. Pas op een dag als Robick de stad uit gaat en van een afstand terugkijkt, ziet hij dat het gigantische roosterwerk hem slechts chaotisch had geleken: “Sukkel die ik ben!” Want daarginds ontwaart hij een volstrekt regelmatige piramidevorm.

Dan op een dag zet de traliestructuur zich weer in beweging. Opnieuw dijt het rooster in hoge snelheid uit. De afgelopen maanden was het roosterwerk in gebruik genomen als reguliere, verbindende infrastructuur, die jammerlijk kapot gaat wanneer de groei weer aanvangt. Op 10 april is het duidelijk geworden: “Over een paar uur zal het buizenstelsel nog maar een herinnering zijn.” Het verhaal is hiermee niet ten einde want vertwijfeld probeert het bestuur van de stad een nieuw rooster te bouwen en keert Robick naar zijn bureau terug om uit natuursteen een eigen kubus te beitelen. Het verhaal van Urbicande toont ons aldus de koorts, de illusie en het gevaar die kleven aan al te grote stedenbouwkundige dromen.

Bron:
François Schuiten en Benoît Peeters, La fièvre d'Urbicande. Les Cités Obscures. Parijs/Brussel, Casterman 1985. (Nederlandse versie: De koorts van Urbicande. De Duisteren Steden. Parijs/Brussel, Casterman 1984.).

Type:
Duistere steden.

Copyright:
Schuiten en Peeters / Casterman.

Het werk van Schuiten en Peeters is uiteraard inspiratie geweest voor onze type-aanduiding ‘Duistere steden’. Al in oktober 1997 werden zij bereid gevonden om aan ons strip-project (het huidige Op dat moment, in Parijs) mee te werken. De eerste aflevering in Blauwe Kamer (december 1997) ging over Brussel – opnieuw door ons in bewerkte vorm gepubliceerd in 2016. De hier geciteerde beelden uit Urbicande vormen de derde en voorlopig laatste aflevering.