Vragen Voorbeelden

Veelgestelde vragen hebben direct betrekking op het veiligheidsniveau. De vraag is dan bijvoorbeeld: "Hoe veilig is deze situatie of dat plan?" Veel van de vragen hebben een bredere lading dan alleen veiligheid en hebben met name ook betrekking op leefbaarheid.

De vragen komen heel vaak ook overeen met de eisenpakketten van het Politiekeurmerk Veilig Wonen, of vergelijkbare keurmerken en eisenpakketten. Andere vragen hebben daarentegen betrekking op verkeersveiligheid of brandpreventie.

Veel vragen komen voort uit de vraag hoe de eigenschappen van de gebouwde omgeving (de stad, het gebouw, de ruimte) zich verhouden tot de mogelijkheden voor crimineel gedrag en daaraan gerelateerd gedrag van niet-criminelen.

Een algemene vraag: hoe kan men zich met behulp van ruimtelijk-(stede)bouwkundig middelen te weer stellen tegen criminaliteit en onveiligheid?

Een type vraag die zich in allerlei varianten voordoet, bijvoorbeeld: loopt mijn auto in woonstraat A een groter kraakrisico dan in de parkeergarage van winkelcentrum B?

Hieronder volgen, in willekeurige volgorde, nog een aantal voorbeelden van veel gestelde vragen.

Is de situatie of de ruimte overzichtelijk, toegankelijk en bereikbaar?
Heeft het gebouw een logische routestructuur in overeenstemming met de functies, de inrichting en het gebruik?
Is deze route in de stad berekend op de vereiste capaciteit qua loopstromen?
Is het winkelcentrum makkelijk en logisch in te delen?
Hoe kan de toegankelijkheid van dit kantoorgebouw worden gereguleerd?
Zijn attributen in de openbare ruimte zo geplaatst dat ze bijdragen aan de levendigheid, maar geen afbreuk doen aan de verzichtelijkheid?
Zijn doodlopende situaties in deze woonbuurt vermeden?
Komen er tunnels en onderdoorgangen in het ontwerp voor - en voldoen deze aan de vereisten voor een sociaal veilige tunnel (maatverhouding, overzichtelijkheid, uitwijkmogelijkheden)?
Ligt de entree van het buurthuis op een goed zichtbare, levendige plek?
Is de route tussen taxistandplaats en stationsentree kort, logisch en levendig?
Zijn de toegangen tot de OV-terminal duidelijk te zien en als zodanig herkenbaar?
Hoe kunnen de routes in de terminal voor passanten en reizigers moeiteloos afleesbaar gemaakt worden?
Wat zijn de oriëntatiepunten in de ontworpen openbare ruimte?
Bevinden zich visuele belemmeringen tussen het bouwwerk en zijn omgeving?
De ontworpen zichtlijnen bestrijken alle looproutes?
Hoe kunnen de entrees goed zichtbaar gemaakt worden?
Loopt deze woning inbraakgevaar?
Voldoen de (onbewaakte) fietsenstallingen aan de vereisten voor een sociaal veilige ontwerp (maatverhouding, overzichtelijkheid, uitwijkmogelijkheden)?
Hoe creëren we routes die voldoende levendig zijn en die niet kwetsbaar zijn voor onbedoeld gebruik?
Moet deze doorgang in het gebouw 's avonds afsluitbaar zijn?
Kunt U ons op basis van het ontwerp inzicht verschaffen in te verwachten loopstromen?
Zijn, bij afsluitingen, de alternatieve routes volstrekt helder en logisch (ook bijvoorbeeld vanuit een parkeergarage)?
Op welke wijze kan de negatieve invloed op de openbare ruimte van de distributiefunctie worden geminimaliseerd?
Is het aantal entrees in balans met het aantal dat minimaal noodzakelijk is voor vluchtenden passenten en reizigers ten tijde van een calamiteit en het maximaal aantal voor het minimaliseren van de vluchtmogelijkheden voor potentiële daders?
Welke maatregelen moeten in het ontworpen stadion worden genomen voor beheersing en controle van voetbalvandalen?
Vereisen de gekozen oplossingen extra toezicht (beveiliging, politiële surveillance) - en zo ja, in welke mate?
Is de terminal fysiek veilig?
Op welke wijze wordt in het ontwerp van het busstation voorzien in de bereikbaarheid van een incident op enige plaatsl (o.a. de hal, de perrons) door HV-diensten binnen de voor hen geldende normen (aanrijtijd & -route, toegankelijkheid en afstand opstelplaats voertuig tot incident)?
Welke repressieve voorzieningen (b.v. bluswatervoorziening, branddetectie, communicatie) zijn in het ontwerp van de sportcomplex opgenomen t.b.v. van de detectie en het bestrijding van incidenten en calamiteiten en het optreden door hulpdiensten?
Zijn ter beheersing van brand in het ontworpen schoolgebouw voldoende en geschikte inrichtingsmaatregelen opgenomen?
Is het zwembad goed schoon te houden en beschikt deze over inrichtingselementen die heel (en heel te houden) zijn?
Is deze voorziening vanuit economisch en sociaal oogpunt goed exploiteerbaar en beheerbaar?