Precedent Documentatie & Registratie - Precedent's Context

Voorbeeld precedent (W001). Weergave stedelijke context met berekende diepte- en verbindings-waarden.
Aldus wordt de integratie van de locatie in haar context gekarakteriseerd.
Deze karakteristiek is van belang voor het optimaliseren van veiligheid.

 

   

Omgevingskarakteristiek - zes modellen

De context, dat wil zeggen de omgeving van een situatie, een project of een gerealiseerd bouwwerk kan worden weergegeven door lijnsegmenten. Elk segment vertegenwoordigt de belangrijkste hartlijn van een ruimte binnen de gebouwde omgeving (straat, plein, hof, corridor, etc.). Deze weergave wordt ook gebruikt bij de space syntax methode (zie hier...).

Zes modellen: klik hier...

Toelichting - De diepte staat voor het aantal lijnsegmenten waarlangs men vanuit de omgeving (stedelijke context, bijvoorbeeld hoofdwijkontsluiting of vergelijkbare weg) moet gaan om de locatie te bereiken. De diepte geeft een indruk van de mate waarin de locatie voor de omgeving is ontsloten. Een betrekkelijk diep gelegen locatie is relatief slecht bereikbaar.
De lijnentekening visualiseert tevens het aantal directe verbindingen van de locatie met de omliggende structuur. Als het aantal verbindingen klein is, dan ligt de locatie geïsoleerd.
De mate van integratie ten slotte geeft aan hoe goed of slecht de locatie met haar omgeving is verknoopt. De integratiekarakteristiek van een locatie kan worden vastgesteld door de diepte ervan ten opzichte van elk lijnsegment in de omgeving te berekenen. Hoe hoger de integratie des te meer behoort de locatie tot het functioneel-ruimtelijk centrum van haar omgeving.

Diepte, verbinding en integratie bepalen, met de aanwezigheid attractie-punten in de omgeving, het gebruik van de gebouwde omgeving. Voor de (stedelijke) context betekent dit dat in het algemeen de drukte op de (semi-)openbare weg en in het bijzonder de distributie van mensenstromen binnen de gebouwde omgeving kan worden geanalyseerd en/of ingeschat. In dit verband vergroot een hoge mate van integratie een groot aantal veiligheidsrisico's. De effectiviteit van integratie wordt versterkt door een hoge mate van verbinding. Sociale controle als gevolg van menselijke drukte kan tot op zekere hoogte sommige risico's verminderen.
De dieptekarakteristiek kan niet op zichzelf worden beoordeeld. In combinatie met integratie- en verbindingskarakteristiek beïnvloedt de dieptemaat van een bepaalde locatie de condities voor veiligheid. Om hiervan een indruk te geven zijn zes modellen opgesteld. Voor achtereenvolgens maximale en minimale verbinding/integratie (V/I) is nagegaan hoe een variërende dieptemaat (D: minimaal, gemiddeld, maximaal) telkens leidt tot een prototypische gebouwde omgeving:


 
   

D+ V/I+; model 1: stadscentrum ('city'); functioneel-ruimtelijk zwaartepunt in de gebouwde omgeving, met grote reikwijdte.


D0 V/I+
; model 2: wijkcentrum ('mall'); vergelijkbaar met model 1, echter met een minder grote reikwijdte.



D- V/I+
; model 3: boulevard ('boardwalk'); integreert drukte (vergelijkbaar met model 1 en 2), maar langs een ondiepe lineaire structuur.


D+ V/I-
; model 4: eiland ('enclave'); een autonome stedebouwkundige structuur met een grote diepte, echter nagenoeg volledig geïsoleerd van haar omgeving.


D0 V/I-
; model 5: buitenwijk ('suburbia'); sterk verspreide gebouwde omgeving met relatief weinig dwarsverbanden en concentraties.



D- V/I-
; model 6: platteland ('country'); vergelijkbaar met het vorige model, echter nog dunner en platter.