Omgevingskarakteristiek
- zes modellen
De
context, dat wil zeggen de omgeving van een situatie, een
project of een gerealiseerd bouwwerk kan worden weergegeven
door lijnsegmenten. Elk segment vertegenwoordigt de belangrijkste
hartlijn van een ruimte binnen de gebouwde omgeving (straat,
plein, hof, corridor, etc.). Deze weergave wordt ook gebruikt
bij de space syntax methode (zie hier...).
Zes
modellen: klik hier...
Toelichting - De diepte staat voor het aantal lijnsegmenten
waarlangs men vanuit de omgeving (stedelijke context, bijvoorbeeld
hoofdwijkontsluiting of vergelijkbare weg) moet gaan om de
locatie te bereiken. De diepte geeft een indruk van de mate
waarin de locatie voor de omgeving is ontsloten. Een betrekkelijk
diep gelegen locatie is relatief slecht bereikbaar.
De lijnentekening visualiseert tevens het aantal directe verbindingen
van de locatie met de omliggende structuur. Als het aantal
verbindingen klein is, dan ligt de locatie geïsoleerd.
De mate van integratie ten slotte geeft aan hoe goed of slecht
de locatie met haar omgeving is verknoopt. De integratiekarakteristiek
van een locatie kan worden vastgesteld door de diepte ervan
ten opzichte van elk lijnsegment in de omgeving te berekenen.
Hoe hoger de integratie des te meer behoort de locatie tot
het functioneel-ruimtelijk centrum van haar omgeving.
Diepte, verbinding en integratie bepalen, met de aanwezigheid
attractie-punten in de omgeving, het gebruik van de gebouwde
omgeving. Voor de (stedelijke) context betekent dit dat in
het algemeen de drukte op de (semi-)openbare weg en in het
bijzonder de distributie van mensenstromen binnen de gebouwde
omgeving kan worden geanalyseerd en/of ingeschat. In dit verband
vergroot een hoge mate van integratie een groot aantal veiligheidsrisico's.
De effectiviteit van integratie wordt versterkt door een hoge
mate van verbinding. Sociale controle als gevolg van menselijke
drukte kan tot op zekere hoogte sommige risico's verminderen.
De dieptekarakteristiek kan niet op zichzelf worden beoordeeld.
In combinatie met integratie- en verbindingskarakteristiek
beïnvloedt de dieptemaat van een bepaalde locatie de
condities voor veiligheid. Om hiervan een indruk te geven
zijn zes modellen opgesteld. Voor achtereenvolgens maximale
en minimale verbinding/integratie (V/I) is nagegaan
hoe een variërende dieptemaat (D: minimaal, gemiddeld,
maximaal) telkens leidt tot een prototypische gebouwde omgeving: