Risico's kleven aan complexiteit Souterrain (t091)
Het
zogenaamde 'Souterrain' in Den Haag is een complex, volledig
ondergronds bouwwerk. Het bestaat uit een tweetal tramstations,
een enorme parkeergarage, en talloze verbindingen, zowel intern
als extern. Alle veiligheidaspecten liggen in dit precedent
opgeslagen.
Het
Souterrain zit ingewikkeld in elkaar. Scroll nu door om eerst
kennis te nemen van de belangrijkste componenten, namelijk
twee tramstations en een hele grote lange parkeergarage.
Opengewerkte
tekening en model van station Grote Markt. Het station ligt
op de onderste, dus diepste laag van het bouwwerk. De passerel
verbindt op niveau de beide perrons en biedt toegang tot trappen
naar de openbare ruimte op maaiveld, als ook toegang tot trappen/entrees
naar de parkeergarage, die zich bevindt tussen tramstation
en -tunnel eronder en maaiveld erboven!
Het souterrain is behalve een OV-project beslist ook een auto-project.
De parkeergarage ervan is in Nederland uniek.
Wederom
station Grote Markt, zoals weergegeven op ontwerpdocumenten
van bureau OMA (1993).
Station
Spui heeft een vergelijkbare opzet als Station
Grote Markt.
De fotoserie laat zien dat het interieur qua vormgeving en
toegepaste materialen relatief luxe is uitgewerkt. Dit is
financieel mogelijk geweest doordat de afwerking van de muur
heel sober is gehouden. Het patroon van de afgraving is nog
zichtbaar; er zijn geen dure afwerkingsmaterialen gebruikt.
Het
Souterrain is ook een parkeergarage in de vorm van heel lang
bouwwerk over nagenoeg de gehele lengte van de tramtunnel.
Op een beperkte lengte is de garage tweelagig. Op de beide
koppen van de garage annex tramtunnel is een entree. Men kan
van de ene naar de andere entree dus door de gehele lengte
van het gebouw rijden. Er zijn aan beide zijde ook 'keerlussen'
voor auto's.
Het belang van veiligheid rond en in het openbaar vervoer
en andere publieke voorzieningen is een onomstreden zaak.
Het kan in dit verband geen kwaad om in ieder geval duidelijk
de subjectieve, van de objectieve veiligheid te onderscheiden.
Weliswaar oogt de omgeving van het openbaar vervoer gezien
de veelheid aan verschillende functionarissen ten behoeve
van veiligheid soms verwarrend, maar toch redelijk veilig
(situatie najaar 2006) een complex bouwwerk als het Haagse
souterrain-complex moet zijn voorbereid om slechtere tijden
en altijd op daadwerkelijke criminaliteit.
Om
de sociale veiligheid in het Souterrain zoveel mogelijk te
garanderen, is een een repressief apparaat ('blik agenten')
en een elektronische voorziening ('blik camera's') noodzakelijk.
Veiligheid en beheer zijn er niettemin bij gebaat als adequate
(stede)bouwkundige condities worden ontworpen, rekening houdend
met een eveneens te ontwerpen beheermodel. Het souterrain
is qua beheer en veiligheid betrekkelijk afhankelijk van toezichthouders
en elektronische ondersteuning. Na de bouw ervan is dit een
feit, maar tegelijkertijd draagt dat een groot risico voor
de toekomst in zich. Het souterrain is immers zowel ruimtelijk
als functioneel veel complexer dan een gemiddeld metrostation.
Hetzelfde geldt voor het gebruik van dat complex. En daarmee
ook de veiligheid in de breedste zin.
Het
souterrain kent een aantal 'zwakke plekken'. Bijvoorbeeld:
er zijn verbindingen aangebracht tussen parkeergarage, tramstation
en winkelcomplex (vice versa). Aldus zijn kwetsbare kortsluitingen
ontstaan. Garage en tramsysteem hebben zo via hun onderlinge
aansluiting een haast optimale vluchtroute. Controle boet
aan effectiviteit in, omdat de dader zich relatief gemakkelijk
via openbare ruimte en openbaar vervoer uit de voeten kan
maken.
Vergelijkbare nadelen gelden voor de situatie waar de controle-mogelijkheid,
die in principe de passerel biedt, wordt uitgehold omdat er
een directe relatie bestaat tussen parkeergarage alsmede winkels
enerzijds, en het tramsysteem anderzijds.
Tramstation
(bovenste plattegrond) en daaronder parkeergarage
Het
ware beter geweest de parkeergarage los te koppelen van het
souterrain/tram/winkelcomplex. Het ondergrondse stelsel zou
zo minder gecompliceerd, en dus beter beheer(s)baar geweest
zijn.
Uiteindelijk is het beheer van de parkeergarage wel onafhankelijk
van het OV-deel georganiseerd. QPark beheert de garage.
De verblijfskwaliteit is hoog. Behalve materialisering, vormgeving
en verlichting (kwantitaief en kwalitatief!) zijn met name
ook de ruimtelijke dimensies verantwoordelijk voor die kwaliteit.
De hoge ruimtes en vele doorzichten naar andere onderdelen
van het souterrain-complex maken de garage tot een gunstige
conditie voor sociale veiligheid. Hoewel de combinatie van
OV- en parkeervoorziening het bouwwerk complex maakt, worden
de nadelen die hieraan kleven deels weer goed gemaakt door
die ruimtelijk-sculpturale verbanden en visuele relaties tussen
de verschillende componenten. In dit verband is het Souterrain
een precedent zonder weerga!
De verblijfskwaliteit van de tramstations is zeer goed. Ze
vormen een nieuwe standaard voor ondergrondse OV-voorzieningen.
Dit is buitengewoon gunstig voor sociale veiligheid. De met
hout afgewerkte perrons versterken de 'huiselijke sfeer',
hetgeen tamelijk uniek is voor de in principe anonieme omgeving
van een OV-voorziening.
Het verlichtingsniveau is laag, maar voldoende. De gekozen
oplossing bewijst dat het lichtniveau weliswaar voldoende
hoog moet zijn, maar dat de kwaliteit van het licht (kleur,
stemming, direct/indirect, etc.) in dit soort situaties doorslaggevender
is.
De complexe ruimtelijke organisatie van het Souterrain bemoeilijkt
de oriëntatie binnen het gehele complex. Dit is ongunstig
voor sociale veiligheid. Visuele relaties en bewegwijzering
kunnen dit nadeel echter voor een deel compenseren.
Originele
schetsen, RVDB/Politie Haaglanden, Den Haag 1992
Om
de risico's van het huidige Souterrain te begrijpen is het
nuttig om overwegingen te bespreken die ter discussie kwamen
in de ontwerpfase (voorjaar 1992).
De meest klassieke oplossing van de 'Souterrain-puzzel' voor
elk van de twee stations betreft een directe koppeling van
uitsluitend de openbare ruimte (op maaiveld) met de afzonderlijke
elementen van het souterrain; een passerel is dan niet noodzakelijk
- zie diagram linksboven. Vanuit het oogpunt van veiligheid
en beheer zal deze oplossing niet beter of slechter zijn dan
reeds bestaande, vergelijkbare delen van de stad.
Een andere oplossing is de passerel juist aan betekenis te
laten winnen door de centrale ligging ervan uit te buiten:
de passerel als centraal controlepunt is een reële optie
- zie diagram middenonder. De controle vanuit de passerel
zal echter worden ondergraven als er toch een directe koppeling
wordt gemaakt met de parkeergarage - zie diagram linksonder.
In
opdracht van de gemeente Den Haag is medio 1993 voor het toenmalige
'Projectteam Souterrain' door RVDB c.s. een 'ideaal'plan vervaardigd
ten behoeve van de fysiek-visuele controle van het Souterrain.
In de opgave is het souterrain vervolgens opgevat als één
complex (zoals uiteindelijk gerealiseerd). De documentatie
van dit werk voor de basis van het Souterrain als precedent
in Predore.
De komende jaren (vanaf 2007) zullen we het project blijven
volgen.
Predore werkt aldus als monitor van het Souterrain! Dat is
belangrijk, want sinds de opening van het regionale light
rail project RandstadRail (algehele opening in 2007) neemt
het Souterrain aan betekenis toe. De sneltrams van RandstadRail
verbindt wijken in het westelijk deel van Den Haag met Zoetermeer,
en via overstap ook met Rotterdam. Beide stations van het
Souterrain worden door RandstadRail bediend.
Originele
schets, RVDB c.s., maart 1993
Veiligheid
en beheer zijn eerst en vooral organisatorische kwesties.
Dat moet tot uitdrukking komen in de te leggen relaties tussen
de verschillende componenten waaruit het Souterrain is opgebouwd.
De schets hierboven is een zogenaamd nabijheidsdiagram, waarin
deze realtries zijn weergegeven, inclusief externe relaties.
De hoofdgarage (P1) staat in direct contact met kleinere garages
(P2, etc.), maar ook met openbare ruimte (OR) en niet te vergeten
met de tweede passerel van station Spui (Pas2). De relaties
spreken eigenlijk voor zich. Het diagram illustreert de complexiteit
van het Souterrain op stedelijk niveau.
Originele
schets, RVDB c.s., maart 1993
Bovenstaande schets legt dezelfde situatie vast, maar nu niet
weergegeven als abstract diagram, maar als een serie van schematisch
weergegeven plattegronden en hun onderlinge fysieke verbindingen.
Het bestaan van zo'n verbinding, alsmede de kwaliteit ervan
vormen in beginsel de basisconditie voor sociale veiligheid.
In
wezen bestaan er twee principieel verschillende opvattingen
over de functionele werkelijkheid van het toekomstig souterrain.
De eerste opvatting legt de nadruk op de verschillende onderdelen,
terwijl de tweede opvatting het geheel één totaal
onderstreept. Met andere woorden, het is mogelijk om het souterrain
op te vatten als een 'archipel' of als een 'continent'.
Een archipel staat voor afzonderlijke eilanden, in zich zelf
gekeerde eenheden, afgesloten van de omgeving. De parkeergarages
zijn voorbeelden van dergelijke eenheden. Conform de eerste
opvatting staan ze op zich zelf, zowel functioneel als beheertechnisch,
maar ook qua juridisch eigendom en commercile exploitatie.
En dat geldt tevens voor de andere onderdelen: de tunnel,
de stations, de passerels, de expeditiestraat, de technische
ruimten, etc. Het souterrain is zo een mozaïek. Het tegendeel
vormt de opvatting van het souterrain als continent, dat wil
zeggen als eenheid.