Een tunnel is geen rivier (o011)
Voorbeeld van een openbare ruimte als schakel in het stedelijk
netwerk - een openbare tunnel die twee wijken aan weerszijde
van station Den Haag HS met elkaar verbindt.
De bovenstaande foto's tonen de entree aan de niet-centrumzijde,
dat is de zijde van de Haagse Hogeschool. De entree vormt
de tweede, zuidwestelijk gelegen entree van het station Holland
Spoor. De stationshal wordt ontsloten door de hoofdentree
aan de noordoost kant.
De hier getoonde entree is in feite langwerpig. Komend vanuit
het station loopt men nog steeds overdekt omdat hier het doorgaande
autoverkeer over een nieuw viaduct is geleid. Verder richting
het complex van de Hogeschool hoeft men alleen nog maar een
weg voor lokaal autoverkeer te kruisen. Aldus is de verkeersveiligheid
aanzienlijk verbeterd.
Aan
de andere zijde van het station (zie foto) kruist de voetgangersstroom
uit de tunnel gelijkvloers alle andere verkeersstromen, waaronder
druk tramverkeer. Deze 'erf'-oplossing is op zich niet slecht,
maar wellicht niet toepasbaar in de drukke situatie aan de
centrumzijde van het tweede station van Den Haag.
De
verblijfskwaliteit van de tunnel is redelijk. Materialisering
en vormgeving, en verlichting, hebben een voldoende niveau.
Over de gehele lengte van tunnel zijn voetgangers en fietsers
van elkaar gescheiden door lage dwarsbalkjes tussen de kolommen.
Het voetgangersgedeelte (rechts op bovenstaande foto) geeft
ook toegang tot de trappen naar de perrons.
Deze
trappen naar de perrons zijn afsluitbaar, al meteen in de
tunnelruimte. Dat is een goede oplossing, alhoewel de afsluiting
(zie bovenstaande foto) beter precies in het vlak van de oostelijke
tunnelwand geplaatst had kunnen worden. Nu is er een nisruimte
wanneer de trap is afgesloten.
Gedurende
de planvorming (1990-1993) woedde een stevige discussie over
de vraag of de tunnel geen ongewenste effecten zou hebben
op de omgeving van Hogeschool (cirkel rechts) en een geplande
Outlet Store (cirkel linksonder). Men was bang dat criminaliteit
uit het centrum als het ware door de tunnel zou stromen. Er
bestond vooral zorg om criminaliteit gerelateerd aan prostitutie
in een nabijgelegen straat (cirkel linksboven) en verder daar
achter in de Schildersbuurt.
Maar uit observaties in de jaren daarna (1993-2006) blijkt
dat een tunnel geen rivier is. Zo heeft de Hogeschool geen
aantoonbaar nadelige effecten ondervonden.
Inmiddels is de is de nabijgelegen prostitutie ontmanteld
en zijn straat en bebouwing gesloopt.
De
entree aan de zijde van de Hogeschool is ook voorzien van
een fietsenstalling. De stalling is open en overzichtelijk
en tegelijkertijd degelijk afgescheiden van de reguliere openbare
ruimte. De voorziening voor bewaking/toezicht (in een klein
cirkelvormig bouwwerkje) is strategisch gesitueerd. Later
is de bewaking echter opgeheven; er is dus geen formeel toezicht
meer (situatie maart 2007).
De
tunnel is wel uitgerust met cameratoezicht.
De
komende jaren worden de stations in Nederland voorzien van
beheerste toegangscontrole. Dat zal voor de tunnel hier niet
zonder gevolgen blijven. Wordt vervolgd...