Politie
Haaglanden ontdekt sociale veiligheid
door
Rob van der Bijl
Sinds
de jaren negentig zijn in toenemende mate ruimtelijke situaties
en plannen door politiemensen getoetst op (sociale) veiligheid.
In Den Haag, maar ook in andere Nederlandse steden, treedt
de wens naar voren om de politie meer bij de ruimtelijke planvorming
te betrekken. Veiligheid (vaak aangeduid als 'sociale veiligheid')
krijgt als thema een plaats op de politieke en bestuurlijke
agenda.
Aldus werd veiligheid van de gebouwde omgeving als politieel
toetspunt vastgelegd. De Politie Haaglanden (destijds nog
als Gemeentepolitie 's-Gravenhage) was eind jaren tachtig
het eerste korps die het belang van deze toets inzag.
De toetsing kan zich richten op zowel plannen als ruimtelijke
situaties. Behalve de voornemens die vastgelegd zijn in een
plandocument is het ook mogelijk om de ruimtelijke en functionele
karakteristiek van een bestaande situatie te beoordelen. Hierbij
kan het gaan om bouwkundige en/of stedebouwkundige situaties.
In hun adviserend werk kunnen politiemensen (bijvoorbeeld
in Den Haag) ondersteund worden door experts (stedebouwkundigen,
criminologen, sociologen, etc.). De politie zelf het werk
laten doen vertegenwoordigt een andere mogelijkheid. Inhoudelijke
en praktische redenen vereisen dan de invoering van beslissingsondersteunende
gereedschappen. Immers, in (stede)bouwkundig opzicht zijn
politiefunctionarissen leken. Bovendien speelt in praktisch
opzicht het probleem van de personele continuïteit. Door
het mechanisme van 'functieroulering' houdt een politieman
of -vrouw zich doorgaans slechts gedurende een relatief korte
periode met een bepaalde taak bezig. Het verloop is dus groot.
De kennis en ervaring die voor de adviserende taak noodzakelijk
zijn gaan dus telkens betrekkelijk snel verloren.
Beslissingsondersteunende instrumenten op het gebied van veiligheid
en gebouwde omgeving kunnen in een politiële context
mogelijk op minstens twee terreinen worden ingezet: ten eerste
op de hoofdtaak, namelijk beslissingsondersteuning. In de
meest verregaande vorm betekent het laatste dat het advies
volledig wordt geautomatiseerd, bijvoorbeeld met een kennissysteem.
Daarentegen is het ook mogelijk om de politiële adviseur
van voldoende en kwalitatief hoogwaardige informatie te voorzien,
op basis waarvan hij zich uiteindelijk zelf een oordeel vormt.
Het tweede terrein omvat registratie en documentatie. Met
het oog op continuïteit moeten gegeven adviezen worden
geregistreerd. Hetzelfde geldt voor de projecten waarover
is geadviseerd, alsmede de (interne en externe) informatie
die is gebruikt om tot een advies te komen. Op den duur zou
op basis van dergelijke registratie een documentatie kunnen
ontstaan waarmee de nieuwe politiefunctionaris zich rekenschap
kan geven van hetgeen er voor bepaalde locaties reeds geadviseerd
is. Een derde werkterrein ligt in het verlengde hiervan, namelijk
training en onderwijs. Met behulp van geregistreerde adviezen
en bijbehorende documentatie kunnen nieuwelingen worden geïnstrueerd.
Beslissingsondersteunende systemen zoals Predore kunnen wellicht
individuele politiefunctionarissen helpen bij hun adviserende
taak en kunnen daarnaast de politieorganisatie als geheel
helpen het adviserende werk te continueren, ondanks personele
wisselingen.
Overigens
is sinds 1 januari 2013 het korps Haaglanden samen met
het korps Hollands Midden opgegaan in de nieuwe 'regionale
eenheid'
'Den Haag' van de eveneens nieuw gevormde Nationale Politie.
080806/200816