"It takes more than a good idea to make great public improvements. The fact is that such things happen when there are leaders available, ready to take advantage of the logic of events. Even then the whole result is accomplished by a series of limited objectives over a surprisingly long period of years."

Robert Moses (New York)


Voor een grote stap voorwaarts
is meer nodig dan een goed idee

Rob van der Bijl
maart 1996


Nawoord 1 & 2
januari 2002 / oktober 2003


Tekst: RVDB/Rob van der Bijl 1995-2003
Foto's New York: RVDB/Rob van der Bijl, november 1995
Foto New Jersey: Herman R. Silbiger, juni 2000
Tekeningen '9-11': Courtesy Peter Kuper 2002
Foto 'New Guggenheim': Courtesy Frank Gehry 2003

Deze tekst is een bewerking van het gelijknamige artikel in Blauwe Kamer, nr. 2, 1996

Sorry, (almost) no english in this version!


De stad New York en omgeving vormen in 'Megalopolis' een zeer bijzondere plaats. De Regional Plan Association (RPA) heeft voor deze centrale plek aan de noordoostkust een ambitieus regionaal plan in ontwikkeling genomen, dat gerust innoverend voor de Amerikaanse èn ook Europese planningspraktijk genoemd mag worden.
Rob van der Bijl sprak onder andere met de 'Executive Director' van RPA Robert Yaro, en ook met professor Robert Geddes, als architect bij de onderneming betrokken. Ook sprak hij met een architect van Nederlandse origine, Peter Heerens, die al heel lang in New York woont en werkt.

Aan de noordoost kust van de Verenigde Staten ligt 'Megalopolis', een gigantisch stedelijk gebied dat zich uitstrekt vanaf Washington DC in het zuiden naar de stad Boston in het noorden. Deze urbane kuststrook is ongeveer 750 kilometer lang. Een autorit langs de '95' ontsluit een landschap met onverwacht grote verschillen. Megalopolis is niet een nog-groter-Los Angeles. Ze is ook onvergelijkbaar met het compact verstedelijkte Noordwest Europa, of de uitdijende regio van Mexico Stad. Daarvoor is alleen al de natuur te nadrukkelijk aanwezig. De imposante kust, de rivieren en baaien - en bossen - zorgen voor een ruimtelijke geleding van het gebied. Bovendien figureert landinwaarts evenwijdig aan de kust het Appalachengebergte en zijn uitlopers als een natuurlijke begrenzing. Megalopolis is ook geen egaal metropolitaan gebied, waarin alle stedelijke kernen een vergelijkbaar gewicht hebben. Washington, Baltimore, Philadelphia, Newark, New York, Boston en een groot aantal kleinere steden (bijvoorbeeld New Jersey, aan de overkant van Manhattan) zijn duidelijk als afzonderlijke, zelfstandige en absoluut verschillende kernen herkenbaar.
De contrasten binnen Megalopolis zijn groot. De chique woonwijken rondom Boston zijn onvergelijkbaar met de armoedige volkshuisvesting in het noorden en zuiden van Philadelphia; het gerevitaliseerde centrum van Baltimore contrasteert schel met het kale vervallen centrum van Newark; Washington DC en New York zijn elk - om totaal verschillende redenen - volstrekt unieke steden.

Regio

Voor een werkelijk begrip van Megalopolis is het noodzakelijk om in te zoomen op het regionale niveau, onvermijdelijk komt dan de regio rondom New York in beeld. De skyline van Manhattan bepaalt het centrale decor van deze regio. Vanaf het relatief lege Staten Island heeft de compact bebouwde kop van Manhattan (Battery Park e.o.) iets weg van een ruimteschip. Vanuit het westen in Newark lijkt het langgerekte profiel van Manhattan op een gebergte. Het industriële-infrastructurele 'no-land' dat Newark en New York van elkaar scheidt steekt schil af tegen het silhouet van dit metropolitane gebergte.
Manhatten ligt midden in een uitgestrekte, compleet verstedelijkte regio. In het oosten ligt Queens, en ook Brooklyn dat door het ooit befaamde Coney Island - nu echter geheel vervallen - wordt gescheiden van de Atlantische kust. De stad strekt zich kilometers oostwaarts uit, over Long Island. Dit langrekte eiland (de naam zegt het al) blijkt voor meer dan de helft bebouwd.
Voor een bezoek aan de Bronx moet men naar de noorden gaan van New York. De Bronx is berucht, maar dat is niet helemaal terecht. Deze stad heeft een omvang die met die van Den Haag is te vergelijken. De slechte naam heeft ze alleen te denken aan enkele navenant slechte buurten (b.v. bij Hunts Point). Maar aan de west-zijde van de Bronx liggen enkele fraaie wijken langs de oever van de Hudson (b.v. Riverdale). Deze rivier ontsluit trouwens een indrukwekkend natuurgebied. Per mountainbike is de afstand tussen Manhattan en het recreatieve deel van de rivierzone in betrekkelijk korte tijd te overbruggen. Het Hudsondal is een groene long.

Problemen

Een eerste indruk van de New Yorkse regio brengt de onervaren bezoeker in verwarring. De regio is groot, tegenstrijdig en complex. Hetgeen wordt weerspiegeld in de problemen die aan het gebied kleven. Die problemen liegen er niet om. De verstedelijking in de vorm van suburbanisatie heeft een immense omvang aangenomen. Rondom nieuwe suburbane centra zijn 'Edge Cities' ontstaan. Tegelijkertijd proberen bestaande kernen hun functie te behouden. Het belang van New York City is evident. Daarnaast zijn de centra van Newark en andere steden zo niet belangrijk, dan toch altijd nog goed via railverbindingen ontsloten. Maar dat geldt niet voor de nieuwe generatie steden, die alleen per auto bereikbaar zijn.
Een structureel (en dus niet cyclisch) veranderende economie compliceert de situatie verder. Sinds 1970 is een derde deel van de met produktie verbonden werkgelegenheid in de regio verdwenen. Na de recessie in 1989 is het aantal banen nog weer gedaald. Regionale samenwerking op economisch gebied blijkt nauwelijks tot stand gekomen. Wel werden tussen de verschillende staten in de regio economische 'grens-oorlogen' uitge-vochten.
De problemen zijn versterkt doordat er nauwelijks of niet in de regio is geïnvesteerd. Meer dan een kwart eeuw lang heeft de overheid haar beleid in het teken van pot verteren gesteld. Dit alles mist zijn uitwerking op het stadslandschap niet. Bestaande centra zijn in verval geraakt. De decentralisatie van stedelijke, en daarmee ook van economische ontwikkeling heeft bestaande kernen uitgehold. Grote delen van de bevolking zijn terug geworpen in deze kernen. Minderheden en migranten hebben er een armzalig bestaan, afgesneden van de maatschap-pij, zonder toegang tot de regionale economie.
De laatste 25 jaar is er veel te weinig nieuwe infrastructuur gerealiseerd. De kwaliteit van de autowegen bevindt zich ver beneden het peil van de jaren 50 en 60. Het openbaar (rail)vervoer kan nog maar net onderhouden worden. Maar is volstrekt niet afgestemd op de nieuwe regionaal-stedelijke structuur.
Zoals gezegd, veel nieuwe suburbane centra zijn per openbaar vervoer totaal onbereikbaar. Rond 1980 dreigde zelfs het gevaar dat grote delen van de New Yorkse metro wegens achterstallig onderhoud van de baan moesten worden stilgelegd. Zover is het niet gekomen; enkele jaren geleden zijn er zelfs - moeizaam - nieuwe stations geopend. De toekomst is echter allerminst verzekerd. Ook de metro spoort niet met de feitelijke ontwikkeling van de regio.
Hetzelfde geldt nota bene voor de drinkwatervoorziening. Ongeplande stedelijke groei brengen de bronnen in gevaar. Robert Geddes, professor en architect (New York/Princeton) en als adviseur/ontwerper bij het RPA-project betrokken, tekent cirkels, ondertussen nippend aan zijn glas gevuld met New Yorks bronwater. "De grens van de metropolitane regio zijn bereikt. De uitdijende cirkels verbeelden de radiale groei van de steden. De buitenste cirkels raken nu het Appalachen-gebergte. Maar daar halen we ons bronwater! De ecologische mogelijkheden van de regio zijn bereikt."
Geddes noemt in dit verband het begrip 'ROSEland'. ROSE staat voor de 'Region's Outer Suburban Economy'. De concentrische ringen rond New York zijn uitgewaaierd en vormen nu tezamen de figuur van een roos, die inmiddels het territorium van drie Staten beslaat.
Ondertussen vormt de bestuurlijke context - zacht uitgedrukt - een belemmerende randvoorwaarde om de problemen van de regio op te lossen. Zoals gezegd, omvat de regio drie Staten; New Jersey, Connecticut en de Staat New York trekken hun grenzen in de regio. Bovendien omvat elke staat vele gemeenten. Zeker als het gaat om staten en gemeenten doorkruisende plannen (b.v. voor infrastructuur), dan vertegenwoordigt de bestuurlijke besluitvorming een enorme hindernis. Hetgeen nog versterkt wordt door de in de V.S. heersende NIMBY-cultuur.

Plan

'A Region at Risk', zo luidt de titel van een recente samenvatting van 'the Third Plan for the New York-New Jersey-Connecticut Metropolitan Region'. Het plan wordt vervaardigd door de Regional Plan Association (RPA). Robert Yaro, landschapsarchitect en 'Executive Director' van RPA stelt dat het plan-ningsproces voor de ontwikkeling van het regionale plan nogal ongebruikelijk is, omdat de RPA - de maker van het plan - geen publieke instantie is. Dit heeft gevolgen voor de wijze waarop het plan wordt geïmplementeerd. "Onze aandacht is vooral gericht op het scheppen van maatschappelijke coalities om zowel het plan te ontwikkelen als tot uitvoering te brengen", stelt Yaro. RPA als organisatie voor regionale planning is de oudste van zijn soort in de Verenigde Staten. Om het 'risico', dat wil zeggen de definitieve teloor-gang van de regio te stoppen is het huidige plan ambitieus opgezet.
Het eerste plan uit 1929 stond in het teken van groei. In het kader ervan zijn (infrastructurele) voorzieningen ontworpen, die ook vandaag nog het gezicht van New York en omgeving bepalen. Stond het eerste plan in het teken van groei, het tweede plan (uit 1968) werd meer bepaald door beheer en bescherming. Met name was de aandacht gericht op landschap en vervoer. Het derde plan staat voor herstel. Herstel van de maatschappelijke potenties die deze, voor Amerika belangrijke, regio in zich heeft. Dus: herbouw van economische fundamenten, herstructurering van vervoerssystemen, herdefiniëring van land- en watergebruik, rehabilitatie van sociale groepen, herscheppen van bestuurlijke structuren.
Robert Yaro bevestigt dat het derde plan past in de traditie van de eerste twee. "Het verschilt alleen van het eerste plan door dat het geen uitgebreid regionaal onderzoek in zich draagt, en niet voor elk district van de regio gedetailleerde voorstellen omvat. Maar het beleid van het derde plan bouwt voort op dat van de eerste twee, in het bijzonder voor wat betreft de nadruk op steden en openbaar vervoer als het 'skelet' van de regio."

Fundamenten

Het plan poneert drie 'fundamenten' als dragers voor de gewenste ontwikkeling. 'Economy', 'Environment' en 'Equity' - kortweg aangeduid als 'de drie E's' - bepalen elk facet van het plan. De eerste E spreekt eigenlijk voor zich. De plannen-makers in New York streven naar een duurzame economische groei. Want in hun ogen heeft de 'Tri-State Region' enorme potenties. Het is dan wel noodzakelijk met allerlei programma's de kwaliteit van het milieu, de tweede E, te verbeteren. De problemen zijn immers groot, zoals blijkt uit het voorbeeld van de drinkwatervoorziening.
Zeker in een Amerikaanse context is de E van 'Equity' verrassend. Doorgaans verwacht men daar niet dat in een regionaal plan wordt geprobeerd de sociale gelijkheid te bevorderen. Robert Geddes legt uit: "We hebben een derde E voorgesteld. Je kunt natuurlijk de economie en het milieu met elkaar in balans brengen voor welgestelde mensen. Maar, die balans ziet er voor arme mensen heel anders uit. De introductie van die derde E beschouw ik als een echte verandering."
En Robert Yaro stelt: "Het 'equity' initiatief is ontworpen om lage inkomensgroepen (meestal minderheden en immigranten) in de economische en sociale hoofdstroom te brengen, zowel omdat dit een goed iets is om te doen, als ook omdat we anders onze doelstellingen voor de economie en het milieu niet kunnen bereiken." Met andere woorden, als er niets voor de arme bevolking wordt gedaan, dan blijft de economische ontwikkeling haar zwaarte-pun-ten van de stadscentra naar de buitenkant verplaatsen. En dat laatste is niet alleen slecht voor het milieu maar ook voor die economie zelf.

Campagnes

Het idee van de drie E's is nog tamelijk abstract. Daarom zijn ze in vijf campagnes met elkaar verbonden. Bovendien is elke campagne uitgewerkt in een serie 'projecten'. Zo is er een campagne om het bestuur in de regio te verbeteren. Een van de elementen daarin is het voornemen om de besturen van de drie staten in de regio beter te laten samenwerken. Dit vraagstuk komt overigens sterk overeen met dat van de euregio's.
In de campagne 'Workforce' probeert men mensen weer terug in het arbeidsproces te krijgen. Dit wordt geprobeerd met de ontwikkeling van het zogenaamde 'Life Long learning system'. Onderwijs en werk moeten weer met elkaar worden verbonden. Verbindingen worden ook nagestreefd in de mobiliteitscampagne. Het verwaarloosde openbaar (rail)vervoer moet op regionale schaal worden uitgebouwd. Naast 'road-pricing' worden daarom concrete projecten aangekondigd, zoals de bouw van 'Rx', een stelsel van regionale express spoorlijnen (naar model van de Parijse RER), en nieuwe verbindingen over de Hudson voor een goederen spoor-lijn, en ook nog auto-snelweg. Yaro benadrukt vooral de betekenis van 'Rx', een aanpassing van het bestaande 'transit system' aan de nieuwe vorm van de regio.

'Greenways'

Twee campagnes zijn met name inspirerend voor landschapsarchitecten en stedebouwkundigen. De eerste van dit duo moet resulteren in een nieuwe regionale groenstructuur ('greensward'). Het verzekeren van de drinkwatervoorziening vormt een onderdeel van deze campagne. Daarnaast is het de bedoeling om recreatieve voorzieningen te verbeteren, een netwerk van 'greenways' aan te leggen en stedelijke parken en open ruimtes te revitaliseren.
Voor de ontwikkeling van de 'greenways' bestaat een concreet plan. De Nederlandse architect Peter Heerens is al sinds 1983 in New York werkzaam. Hij vat het plan samen: "De 'greenway' wordt een 250 kilometer strook, acht kilometer breed ter weerszijden van de rivier de Hudson. Men legt de nadruk op het preserveren van parken, historische plaatsen en dorpen, alsme-de publieke ontsluiting van privé gronden voor recreatie."
In de praktijk betekent dit plan dat vele kilometers oevers in de New Yorkse regio zullen worden voorzien van doorgaande wandel- en fietspaden, al dan niet gecombineerd met voorzieningen en (smalle) stroken groen. Overigens is in het voor-jaar van 1993 reeds een vergelijkbaar idee gelanceerd door het 'Departement of City Planning' van de stad New York.
De regionale groenstructuur spoort met locale projecten, zoals het plan voor het 'Hudson Rivier Park' (HRP) te Manhattan in de vorm van 8 kilometer lange esplanade vanaf de Battery tot West 59th street. Heerens: "Het is een paradox dat de New Yorkse waterkant niet toegankelijk is voor zijn bewoners. Het HRP kan daar eindelijk verandering in aanbrengen"
Heerens plaatst ook kanttekeningen bij de gehele onderneming. "Wie betaalt en bouwt de voorzieningen? Wie is verantwoordelijk voor het onderhoud van de lange 'greenway'? Het geplande stelsel van groene paden doorkruist immers meerdere staten, twaalf 'counties' en maar liefst 82 gemeenten. Ook kan men zich afvragen of groene open ruimten, fraaie vergezichten en met bomen aangeplante wandel- en fietsroutes de huidige vervuiling van de Hudson met chemicaliën, en ook koelwater van de Indian Point Kerncentrale, kunnen maskeren of wegwerken. Gelukkig is de rivier als gevolg van strenge federale richtlijnen en stringente milieumaatregelen van de Staat New York al wel veel minder vervuild dan vroeger."
Heerens zet verder vraagtekens bij de realiseerbaarheid van een project als HRP: "Het project is geplaagd door vele valse starts. Bovendien heeft New York grote financiële problemen. Er is een einde gekomen aan de federale hulp voor de bouw van stedelijke projecten. Men probeert de zaak nu rond te krijgen met behulp van het zogenaamde 'impact fee' en aanvullende onroerend goed belasting op projecten in de omgeving."


New Jersey, juni 2000
Voorbeeld van centrum in de regio van New York
met vernieuwd openbaar (rail)vervoer

Centra

Onder de kop 'Centers' gaat de tweede campagne van start.
Geddes tekent verder aan zijn cirkels en schets de contouren van de stedelijke centra tussen kustlijnen en hoogtelijnen. "Wat me als architect het meest interesseert is de vraag hoe je randen en grenzen maakt. En ten tweede: hoe maak je centra, buurten en wijken? Ten slotte, hoe verbind je dit alles, hoe ontwerp je infrastructuur en vervoer?"
Geddes schets hier in een notedop het vraagstuk waar de tweede campagne zich op richt, namelijk hoe kan de positie van de centra in de New Yorkse regio worden verbeterd. Die centra zijn immers van vitaal belang voor de regio. Met name wordt ook gedacht aan de 'downtowns' van de kleine steden. Een van de projecten voorziet in de aanpak van 11 kleinere centra, waaronder Newark, Poughkeepsie, Trenton en Bridgeport. Men probeert er werkgelegenheid te creëren en de stedelijke gemeenschappen ter plekke te herbouwen in plaats van uitbreidingslocaties te stichten. Een ander project stimuleert met behulp van bonusregelingen de investering in openbaar vervoer en voetgangersvriendelijke stadscentra. Weer een ander project staat in het teken telematica en thuiswerk.
Het meest in het oog springende project is echter het ontwerp voor een 'Crosstown en District light rail' systeem, in het centrum van Manhattan, namelijk 42nd street. In eerste instantie zal deze nieuwe tramlijn het complex van de Verenigde Naties aan de oostkant van de stad via 42nd street verbinden met Jacob Javits Convention Center aan de westkant.
Robert Geddes plaatst het project in zijn context. "De steden in ons land worden als het ware regio's. Er moet daarom hoe dan ook in infrastructuur worden geïnvesteerd." Geddes beschouwt dit probleem in de eerste plaats als een architect. "Als je het hebt over de centra van die steden met hun regionale reikwijdte, dan heb je het ook over maar liefst 900 stations in de regio. Die stations zouden een echte start voor herontwikkeling kunnen betekenen. Een van die stations is Grand Central, midden in New York."
Geddes benadrukt dat Manhattan niet zomaar een centrum van de regio vormt. Het is het centrum van 'ROSE-land'. "Als je naar de regio als geheel kijkt, dan blijkt dat de andere steden alle één district van New York Stad gemeen hebben, namelijk midtown Manhattan, tussen 34th and 42nd street." In de laatst genoemde straat ligt Grand Central, straks stopt de tram daar voor de hoofdingang.

Projecten

"De Manhattan Crosstown en District light rail is een idee van Robert Yaro, Jeff Zupan (net als Yaro ook werkzaam bij RPA) en mijzelf." Geddes toont vervolgens een serie projecten, verspreid liggend binnen het gebied tussen 34th en 42nd street. Hij heeft enige tijd geleden een comité van architecten in het leven geroepen om ontwerpen te maken voor deze projecten. Zelf heeft hij een ontwerp gemaakt voor een uitbreiding van het Verenigde Naties-complex, en wel op zeer spectaculaire wijze. Geddes vergroot het in ruimtenood verkerende VN-kantoor over het water van de East River heen. Hij bouwt een moderne New Yorkse Ponte Vecchio.
In de visie van Geddes wordt de tramlijn nog langer. Hij laat de lijn vanuit het westen met een lus terug buigen, om vervolgens de lijn via Broadway (42nd street kruisend!) in noordelijke richting door te trekken. "De tram verbindt zo alle projecten", merkt Geddes enthousiast op, "het zal een grote toeristische attractie kunnen worden. De Manhattan Crosstown-project is een illustratie van het idee van centrum." En met deze laatste opmerking is Geddes weer teug bij het centrale motto van de RPA-campagne.
Het rail-project illustreert treffend het idee van een (zich vernieuwend) centrum. Tot voor kort had 42nd street nog de naam New Yorks open sociale riool te zijn. De straat werd eerst en vooral geassocieerd met verval, vuiligheid en onveiligheid. Dat is echter rap aan het veranderen. In het najaar van 1995 waren nagenoeg alle straatprostitues, porno-shops en -bioscopen verdwenen. Tegelijkertijd kon de verbaasde bezoeker een groot aantal drukke bouwlocaties aanschouwen. Projectontwikkelaars hebben het heft in handen genomen.
Overigens is niet iedereen even gelukkig met de recente ontwikkelingen. Ze vrezen, mogelijke terecht, een ver-Disneylandisering van hun stad. Maar er worden tenminste plannen gerealiseerd. Voor de projecten van Geddes en zijn collega-architecten, en zelfs ook voor de tramlijn is dat nog niet zeker. Zo kan het light rail-project mogelijk weerstand ondervinden van partijen in het plannningsproces die bang zijn dat de trams in 42nd street in onzachte aanraking komen met het auto- en busverkeer.

Relevant

Het regionale plan van RPA tart de verbeelding. Het is inspirerend en ambitieus. Wat dat betreft is het ook voor de Nederlands-Europese praktijk relevant. Zo wordt er duidelijkheid verschaft over de noodzakelijke karakteristiek van een dergelijk plantype. Kan in de Amerikaanse of Europese situatie een regionaal plan het karakter hebben van een blauwdruk? Hoe moet het RPA-plan in dit verband gezien worden? Robert Yaro: "Ik denk dat het antwoord hier ja en nee is. Het is een blauwdruk in de zin dat wordt voorgesteld om een permanente structuur, of vast raamwerk voor de regio te creëren. Maar omdat de regio groot en complex is wordt niet geprobeerd om voor de 750 'communities' gedetailleerde voorschriften vast te stellen. Het plan legt de belangrijke infrastructuur, alsmede natuurlijke en culturele systemen vast die tezamen een permanente structuur vormen. Het plan onderkent beleidsmaatregelen en investeringen die noodzakelijk zijn om die structuur te handhaven, en bereidt activiteiten voor die gemeenschappen en industrie rondom deze structuur kunnen verrichten."
Een regionaal plan vormt in zeker opzicht dus een blauwdruk, maar biedt het toch vooral niet een strategie? Yaro: "Zoals ik al zei, het doel van het 'Third Plan' is het creëren van een raamwerk, alsmede het aanbevelen van beleid en investering die beantwoorden aan de zaken waarmee de regio zich ziet geconfronteerd. Het plan is per se een abstractie, een distillatie van regio's belangrijkste issues."

Afgezien van het feit of een regionaal plan een blauwdruk, een strategie of beide vertegenwoordigt, het is een plàn en moet dus perspectief bieden op realisatie. RPA biedt dit perspectief door per campagne een groot aantal projecten voor te stellen. Op zich lijkt dit een goed idee, maar de projecten van RPA's plan lopen op z'n zachts gezegd nogal uiteen. Zijn alle projecten wel echt projecten? Zijn ze wel met elkaar in balans? Volgens Yaro vertegenwoordigen sommige projecten concrete aanbevelingen voor investering in fysieke zaken, bijvoorbeeld de tram door 42nd street. Andere zijn eveneens concreet, maar hebben betrekking op beleid, bijvoorbeeld het 'Life Long learning system'.
"Daarnaast zijn sommige aanbevelingen behoorlijk gedetailleerd en ontwikkeld (bijvoorbeeld: Rx Rail), terwijl andere (bijvoorbeeld: de samenwerkingscomitees die stedelijke gemeenschappen met werkgevers uit de buitenwijken moeten verbinden) niet gedetailleerd en nog steeds in voorbereiding zijn. Maar ik zie hier geen enkel probleem", benadrukt Yaro. "Alle aanbevelingen beantwoorden op een flexibele en praktische manier aan heel reële behoeften."

Ten slotte nog één vraag: is het mogelijk om alle projecten (fysiek of beleidsmatig, reeds ontwikkeld of nog in voorbereiding) uiteindelijk te realiseren? Robert Yaro: "Het voor de handliggende antwoord is nee. In het verleden is slechts een fractie - misschien zelfs minder dan de helft - van de voorstellen uit het eerste en tweede regionale plan uitgevoerd. In sommige gevallen leidt het gebrek aan activiteiten tot teleurstelling, of is er sprake van een gemiste kans. De regio is echter toch veel beter af als zelfs maar een deel van de voorstellen wordt uitgevoerd. Het gaat er om te zorgen dat de meest belangrijke projecten worden uitgevoerd. Hetgeen tientallen jaren volharding en waakzaamheid vereist, alsmede de capaciteit om kansen te pakken. Om mijn argument te versterken citeer ik New Yorks bouwer van publieke werken, Robert Moses, die zei: "It takes more than a good idea to make a great public improvement. The fact is that such things happen when there are leaders available, ready to take advantage of the logic of events. Even then the whole result is accomplished by a series of limited objectives over a surprisingly long period of years." Ik ben er van overtuigd dat gedurende de komende 25 jaar vele, misschien zelfs wel de meeste van de projecten uit ons plan worden uitgevoerd."

Nawoord 1 (Rob van der Bijl, januari 2002)

Nog lang niet alle projecten zijn gerealiseerd. Nog lang niet. Er blijken inderdaad soms tientallen jaren nodig. Zo is er van de tram door 42nd street vooralsnog niets terecht gekomen. Drie jaar geleden schreef de New Yorker Blaise Dupuy me "Welcome to politics NYC style", toen ik 'm kort daarvoor had gevraagd of die er tram nou eindelijk zou komen. Blaise antwoordde: "To the best of my knowledge it is currently on standby, awaiting the completion of a second cost analysis. The first one included plans for major underground work shifting utilty lines and the like. A new contractor put in a proposal that would eliminate most of this expensive construction.
Other factors that have delayed it include local opposition from the East 42nd St. neighborhood that fear it would bring added noise and traffic (I would expect the opposite), and a proposed stadium on the west side that would benifit greatly from the 42nd St. line. The down side of the stadium is that it would be for a team (the Yankees) that currently plays in the Bronx, and very few New Yorkers (except the mayor) support moving the team, especially if tax dollars are used to pay for it. So any action on the trolley line right now would be interpreted as a move by the mayor to go ahead with the stadium. Welcome to politics NYC style."

Er is ook goed nieuws. In plaatsen als New Jersey en
Newark zijn de centra vernieuwd en is het openbaar vervoer verbeterd. Met Harlem gaat het geweldig. En grote delen van de Bronx krabbelen op. En dat is nog lang niet alles.
Maar... sinds '9-11' is het hart van de regio op onvoorstelbare wijze getroffen. Nooit meer kunnen we genieten van dit schitterende uitzicht op het Empire State Building en het midden van Manhattan rond 42nd Street.

Maar Peter Kuper - de New Yorkse striptekenaar die de stad de afgelopen jaren op schitterende wijze in beeld heeft gebracht - verliest de moed niet. In een korte strip ter verwerking van de gebeurtenissen op 11 september denkt hij tijdens een wandeling door de straten van New York met afgrijzen terug aan de verschrikkelijke gebeurtenissen. Tot dat hij een mooi meisje ziet langs lopen: "Damn, she was hot!"

Nawoord 2 (Rob van der Bijl, oktober 2003)

En dan na bijna acht jaar ineens een bericht van Peter Heerens. Zonder hem had ik nooit dit stuk over de regionale planning van New York kunnen schrijven. Vooral Peter's kennis van de waterfront ontwikkeling waren van grote waarde. Nog steeds heeft het New Yorkse waterfront zijn belangstelling. Hij brengt me op de hoogte van Gehry's ontwerp voor De Guggenheim ...//
Peter is trouwens in 1999 verhuist naar Dallas en werkt daar nu voor ...//

og lang niet alle projn van Manhattan rond 42nd Street.

Peter Heerens stuurde me ook een artile uit de New York Times (...): 'Ship of Glass for Chelsea Waterfront' van Herbert Muschamp. "Frank Gehry has designed a New York headquarters for Barry Diller, the media and e-commerce mogul. The new building will be opposite the Chelsea Piers sports complex, on the West Side Highway between 18th and 19th Streets. It will also be on the East Side of Bicoastal City, the dual metropolis that has emerged from the symbiotic cultural competition between Los Angeles and New York. Buda, meet Pest.", schrijft Muschamp. ...//


 



Special thanks to Robert Geddes & Peter Heerens.

(C) RVDB, Amsterdam 1995/2003

HOME...
[home]