Rob van der Bijl blijft lekker doorwerken

Zzp'er staat veel te vaak voor 'zelfstandige zonder pensioen'

André de Vos, Utrecht


Foto: Jeroen van Kooten, Groningen

"Ik stop nóóit met werken." Rob van der Bijl (57) is vijfentwintig jaar ZZP'er, al haat hij die afkorting. "Ik ben zelfstandig ondernemer." De stedenbouwkundige is adviseur op gebied van ruimtelijke ordening en openbaar vervoer. Over zijn pensioen maakt hij zich geen zorgen. "Ik heb een paar lijfrentes. Kostte me een kapitaal, maar ze zijn veel minder waard zijn dan me ooit is voorgespiegeld. Maar ik heb mijn eigen huis afbetaald en een appartement voor mijn dochter gekocht. Dat is mijn pensioenvoorziening. Verder blijf ik gewoon lekker doorwerken. Minder hard dan nu, maar ik moet er niet aan denken om helemaal niets te doen. Ik vind werken leuk."

Ongeveer de helft de ZZP'ers doet 'iets' aan oudedagsvoorziening. Niemand weet precies hoeveel. Maar duidelijk is dat de meeste zelfstandigen straks weinig hebben opgebouwd. Laat staan de 70 procent die voor werknemers de standaard is. Zelfstandigen zonder pensioen is dan ook wel de alternatieve benaming. De meesten moeten het straks doen met AOW.

Dat ZZP'ers zo weinig pensioen opbouwen, is een combinatie van onbegrip, onwil, onvermogen en optimisme. Onbegrip van de mogelijkheden, onwil om zich in de materie te verdiepen, onvermogen om geld opzij te zetten en optimisme over de kansen om na 65 (of 66 of 67) te blijven doorwerken. Veel ZZP'ers vinden pensioen veel te duur. Dat klopt. Pensioen ís duur. Voor iedereen. Wie een modaal pensioen wil, moet bijna een half miljoen euro sparen. Werknemers zijn al gauw 20 procent van hun salaris kwijt aan pensioenpremie. Maar omdat dat verplicht is en omdat de werkgever het grootste deel betaalt, wordt de pijn niet zo gevoeld. Een ZZP'er moet zelf de discipline hebben om zoveel opzij te zetten. En hij moet dat geld ook hebben. Een groot deel van de ZZP'ers verdient zo weinig dat er geen geld voor pensioenopbouw over blijft.

Een ZZP'er kán best een goed pensioen opbouwen, met steun van de fiscus. Stortingen voor de oudedag in een lijfrenteverzekering of banksparen zijn aftrekbaar van het inkomen, dus dat scheelt maximaal 52 procent. De Fiscale Oudedagsreserve is eveneens aftrekbaar. De startende ZZP´er kan ook nog maximaal tien jaar bij het collectieve pensioenfonds van zijn oude werkgever blijven.

Al die opties hebben nadelen. Individuele lijfrentes waren tot voor kort vooral woekerpolissen waar de inleg grotendeels naar de winst van de verzekeraar ging. Het opgebouwde pensioenkapitaal valt vrijwel altijd tegen. Banksparen is sinds enkele jaren een aantrekkelijk alternatief, maar met de lage rente duurt het lang voordat er voldoende kapitaal is opgebouwd. Nadeel van beiden is dat individuele pensioenproducten relatief duur zijn.

De Fiscale Oudedagsreserve (FOR) is voor veel ZZP'er een pensioentijdbom. Het is namelijk een aftrekpost en geen opgebouwd kapitaal. "Veel ZZP'ers denken dat ze geld sparen in de FOR, maar het is eigenlijk uitgestelde belastingschuld," zegt hoogleraar pensioenen Fieke van der Lecq. "Het achterliggende idee is dat als je met pensioen gaat je de opbrengst van je eigen zaak in de FOR stopt. Maar voor de meeste ZZP'ers gaat dat helemaal niet op. Wat moet een zelfstandig adviseur verkopen, of een pianostemmer?"

Van der Lecq is ook niet erg enthousiast over de mogelijkheid om als startende ZZP'er vrijwillig te blijven meedoen in het pensioenfonds van de oude baas. "Dat is duur en starters hebben juist in het begin weinig inkomsten. Bovendien is het uitstel van het probleem. Veel ZZP'ers beginnen rond hun veertigste. Dan kun je tot je vijftigste in je oude pensioenfonds blijven. En dan moet je alsnog zelf een oplossing bedenken. Die is dan heel duur omdat je nog maar weinig tijd hebt om te sparen."

Politieke partijen en belangenorganisaties roepen al jaren om collectieve regelingen voor ZZP'ers. Door de risicospreiding zijn collectieve regelingen namelijk veel goedkoper dan individuele oplossingen. Maar over de uitvoering verschillen de meningen. ZZP'ers zelf zitten niet te wachten op verplichte pensioenfondsen, zoals bij werknemers. En bij vrijwillige oplossingen is het risico groot dat niemand mee wil doen. Van der Lecq: "Je zou een soort basispensioenregeling moeten hebben die voor iedereen aantrekkelijk en goedkoop genoeg is om mee te doen. Als je voldoende massa hebt, wordt voor alle deelnemers het pensioen goedkoper. Verplichten is lastig. Een goed alternatief is een systeem waarbij iedereen meedoet, tenzij je expliciet aangeeft dat je niet wil."

Veel ZZP'ers vertrouwen op hun eigen huis en hun eigen vaardigheden als pensioenvoorziening. Heel modern, want dat is precies wat alle pensioendeskundigen aanmoedigen. Maar het eigen huis blijkt momenteel niet zo'n waardevaste investering. Bovendien: ook na je pensioen moet je ergens wonen. Langer doorwerken is hoe dan ook noodzakelijk. Maar de 66-jarige ZZP'er moet straks wel concurreren met jonge honden met frisse ideeën en tomeloze energie.

Rob van der Bijl maakt zich geen zorgen. "Ik heb een uitgebreid netwerk met veel jonge mensen die weten wat ik kan, ik heb een brede belangstelling, en niet onbelangrijk, mijn vrouw heeft een goede baan. Maar ik maak me geen illusies. Een collega die een succesvol bureau had, werkt nu bij een cateraar. Ach, dat kan ik altijd ook nog doen."

De originele versie van dit artikel verscheen eerder in het Financieel Dagblad, 30 juni 2012.
Dank aan: André de Vos (tekst) en Jeroen van Kooten (fotografie).

(C) Rob van der Bijl (RVDB), Amsterdam 2012

 

HOME...
home...