Typologie
Het eerste type REALISTISCHE ARCHITECTUUR vormt een medium voor stripmontages waarin steden, hun attributen en gebouwen bijna natuurgetrouw worden afgebeeld. In rake lijnen wordt de stad getekend. Soms worden die rake, ‘klare’ lijnen gebogen en ontstaat er een ‘vrolijk realisme’ waarin humor overheerst en de stad weliswaar kantelt, maar toch realistisch blijft.
De stripmontages volgens het type DUISTERE STEDEN parafraseren het stedelijke landschap. De tekeningen zijn vooral interpretaties van stedelijke werkelijkheid. Die interpretaties zijn overwegend donker, om niet te zeggen somber. In de montages zien we een verzameling ‘duistere steden’.
PERSOONLIJKE LANDSCHAPPEN completeert vooralsnog de typologie.
Met dit type schept het stripmedium mogelijkheden om de
eigen visie van
de tekenaar centraal te stellen. Elke montage ontvouwt
zo een eigen stedelijk universum. De strips vertegenwoordigen
constructies
van
stedelijke werkelijkheid. De tekenaars creëren ‘persoonlijke landschappen’ die
in de montages worden uitvergroot. Aldus zien we achtereenvolgens de stad als realistisch decor voor avontuurlijke, en vaak ook vrolijke verhalen (type 1), de stad als een duistere omgeving als in een ‘film noir’ (type 2), en ten slotte de stad als een persoonlijk, filmisch stripdrama (type 3). Gaandeweg de reeks zullen de verschillende types elkaar afwisselen. Misschien dat er zelfs nieuwe types gerechtvaardigd blijken. Wordt vervolgd…
|